carburator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  carburator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • car·bu·ra·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vergasser’ voor het eerst aangetroffen in 1911 [1]
  • Naamwoord van handeling van carbureren met het achtervoegsel -ator [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord carburator carburatoren, carburators
verkleinwoord carburatortje carburatortjes

Zelfstandig naamwoord

decarburatorm

  1. (motortechniek) onderdeel dat vloeibare brandstof (bv. benzine) in fijn verdeelde toestand vermengt met lucht
    • De carburator moet schoon en juist afgesteld zijn. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Meroniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord carburator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.