castigar
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /kas.tiˈɰaɾ/
Woordafbreking
- cas·ti·gar
Werkwoord
castigar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
castigar |
castigaba |
castigado |
volledig |
- overgankelijk straffen, bestraffen, afstraffen
- tuchtigen
- kwellen, kastijden, pijnigen
- verleiden, versieren
- beknotten, besnoeien
- zuiveren, kuisen, castigeren
Synoniemen
Verwijzingen
- castigar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.