cela
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
celar |
cela
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /tsɛla/
- Geluid: cela (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ce·la
Zelfstandig naamwoord
cela
- cel; een kleine ruimte waar iemand voor straf moet zitten (in een gevangenis)
- cel; een kleine ruimte (in een klooster)
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | cela | cely |
genitief | cely | cel |
datief | cele | celám |
accusatief | celu | cely |
vocatief | celo | cely |
locatief | cele | celách |
instrumentalis | celou | celami |
Synoniemen
- kobka v
Typische woordcombinaties
- cela smrti
Verwijzingen
Zelfstandig naamwoord
cela
- nominatief meervoud van celo
- accusatief meervoud van celo
- vocatief meervoud van celo
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.