chocolaatje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chocolaatje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌʃokoˈlacə/ (4 lettergrepen); /sʲoko'latʲə/
Woordafbreking
  • cho·co·la·tje
Woordherkomst en -opbouw
[2], [3] enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord chocolaatje chocolaatjes

Zelfstandig naamwoord

hetchocolaatjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord chocola
  2. dim. tant. stukje chocolade
    • Wil je een chocolaatje hebben? 
  3. dim. tant. (vlinders) bepaalde soort vlinders, Buszkoiana capnodactylus 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord chocolaatje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.