chocola

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chocola    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌʃokoˈla/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˌʃo.ko.ˈla/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˌʃo.ko.ˈla/
    • (Limburg): /ˌʃo.ko.ˈla/
Woordafbreking
  • cho·co·la
enkelvoud meervoud
naamwoord chocola -
verkleinwoord chocolaatje chocolaatjes

Zelfstandig naamwoord

dechocolam

  1. (voeding) een lekkernij die gemaakt is van cacao, suiker en cacaoboter
    • Bij dat kraampje kun je allerlei soorten chocola kopen. 
  2. (drinken) drank gemaakt van cacao, suiker en melk
Synoniemen
Hyponiemen
  • [1] melkchocola
Verwante begrippen
Spreekwoorden
  • Ergens geen chocola' van kunnen maken'
*Ergens geen wijs uit kunnen worden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord chocola staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.