coïtus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coïtus    (hulp, bestand)
  • IPA: /koˈwitʏs/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • coï·tus, co·itus
Woordherkomst en -opbouw
  • van Latijn coitus, in de betekenis van ‘paring’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1729 (zie vindplaats hieronder) [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord coïtus -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decoïtusm

  1. (formeel) (seksualiteit) seks waarbij de man met zijn penis het lichaam van de partner binnengaat
    • In Nederland is coïtus met minderjarigen illegaal. 
     Nederlandse mannen bereiken door de bank genomen binnen 6,5 minuut een orgasme, gemeten vanaf het moment dat daadwerkelijke coïtus plaatsvindt.[3]
      Indien een Dochter haare Maagdom verliest voor dat ze van de ziekte der Sexe heeft blyken gegeeven, laat men haar met haaren Minnaar het Coïtus, of Mannen en Vrouwen spel, in de tegen woordigheit van den Koning en zyn Hof doen.[4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord coïtus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. coïtus op website: Etymologiebank.nl
  3. Weblink bron
    Pauline van Lintel
    “Nederlandse man sekst gemiddeld ruim 6 minuten” (16 oktober 2009) op nu.nl
  4. Weblink bron
    Bernard Picart (vert. Abraham Moubach)
    “Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4.” (1729), Hermanus Uytwerf, Amsterdam / Jan Daniel Beman, Rotterdam / Isaak van der Kloot, Den Haag, p. 385
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.