compositie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  compositie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌkɔmpoˈzi(t)si/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • com·po·si·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘samenstelling’ voor het eerst aangetroffen in 1554 [1]
  • afgeleid van het Latijnse compōsitiō (met het voorvoegsel com-) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord compositie composities
verkleinwoord compositietje compositietjes

Zelfstandig naamwoord

decompositiev [3]

  1. (muziek) een muziekstuk, werkstuk van een componist
    • Er zijn geen composities van Bach bekend die van slechte kwaliteit zijn. 
  2. samenstelling zowel in de (taalkunde) als een andere ordening van delen tot een geheel
    • Deze gedichtenbundel was weer een prachtige compositie waardoor het meesterschap van de dichter weer helemaal bevestigd is. 
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen


  • beeldcompositie, decompositie, functiecompositie, kleurcompositie, kleurencompositie, muziekcompositie, naaktcompositie, vioolcompositie, vormcompositie
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord compositie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.