constructeur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  constructeur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·struc·teur
enkelvoud meervoud
naamwoord constructeur constructeurs
verkleinwoord constructeurtje constructeurtjes

Zelfstandig naamwoord

deconstructeurm

  1. (beroep) een ontwerper van apparaten of constructies
Synoniemen

bouwmeester

Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord constructeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.