meetkunde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meetkunde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmetkʏndə/ (3 lettergrepen); /'metkɵndə/
Woordafbreking
  • meet·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meetkunde -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demeetkundev

  1. (wiskunde) tak van de wiskunde die zich bezighoudt met ruimtelijke figuren
  2. (wiskunde) de vorm van een ruimtelijke figuur
Synoniemen
Hyponiemen
  • passermeetkunde
  • ruimtemeetkunde
  • spiegelingsmeetkunde
Afgeleide begrippen
  • meetkundeboek, meetkundeleraar, meetkundeles
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord meetkunde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.