dagwand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dagwand    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dag·wand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dagwand dagwanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetdagwando

  1. (eenheid) de oppervlakte grond die een boer met behulp van een os en een ploeg normalerwijze in 1 dag kon ploegen; 1/3 hectare; 3300 m2

Gangbaarheid

  • Het woord dagwand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
37 %van de Nederlanders;
45 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.