damesenkel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- da·mes·en·kel
Woordherkomst en -opbouw
- damesénkel: (verkorting) van damesenkelspel
- dámesenkel: samenstelling van dame zn en enkel zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | damesenkel | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[damesénkel] het damesenkel o
- (sport) (netsporten) categorie wedstrijden waarbij één speelster het tegen één tegenstandster opneemt
- ▸ Op 15 november 1994 speelde ze in New York tijdens een masters-toernooi haar allerlaatste wedstrijd in het damesenkel.[1]
- 1. Einde van een wedstrijd in het damesenkel bij tennis.
- 1. Li Jie speelde voor Nederland in het damesenkel bij het WK tafeltennis voor landenploegen in 2016.
Verwante begrippen
- herenenkel
- damesdubbel
- gemengd dubbel
- herendubbel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | damesenkel | damesenkels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de dámesenkel m
- overgang tussen been en voet bij een vrouw
In zeer preutse opvattingen hoorde ook de enkel van een vrouw in het publiek niet zichtbaar te zijn.- ▸ Men kon, desgewenst `privaat', fietsles krijgen in het Amsterdamse Vondelpark en dankzij de nieuw ontwikkelde `lage instap' bleef de damesenkel onzichtbaar.[2]
- 1. Victoriaanse heren die naar een damesenkel loeren.
- 1. Een kettinkje om een damesenkel.
Gangbaarheid
- Het woord damesenkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Koen Greven“Levende legende bij vlagen briljant” (5 juni 2000) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Jolande Withuis“In hansop naar de finish” (28 januari 2000) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.