dennenspanner

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dennenspanner    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɛnə(n)ˌspɑnər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • den·nen·span·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dennenspanner dennenspanners
verkleinwoord dennenspannertje dennenspannertjes

Zelfstandig naamwoord

dedennenspannerm

  1. (vlinders) imago van de dennenspanrups Bupalus piniaria  uit de Geometridae , berucht vanwege de erdoor aan dennenbossen toegebrachte schade
     Natuurlijke vijanden heeft de dennenspanner evenals de dennenuil in overvloed. Behalve vogels, treden parasietvliegen, sluipwespen, schimmels, roofkevers, wantsen enz. op.[1]
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'dennenspanner' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Koning, M. de
    “Boschbescherming” (1922)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.