deurkozijn

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deurkozijn    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdørkoˌzɛin/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • deur·ko·zijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord deurkozijn deurkozijnen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetdeurkozijno

  1. raamwerk waarbinnen een deur open en dicht gaat en waaraan de deur met het hang- en sluitwerk is vastgemaakt
    • Na een paar jaar had ze het verkocht aan een man die zo dik was dat hij - en ik lieg niet, voegde ze er op dit punt altijd aan toe - ‘allebei de kanten van het deurkozijn raakte als hij binnenkwam en dan stond hij al enigszins diagonaal om überhaupt binnen te kunnen komen.’ [2]
Holoniemen
Meroniemen

Gangbaarheid

  • Het woord deurkozijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.