dien
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dien (hulp, bestand)
- IPA: / din / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- dien
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dienen |
dien
Aanwijzend voornaamwoord
dien m, o
- verouderde spelling of vorm van die, (voorwerpsvorm enkelvoud), tot 1946/47
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dien | diniem |
verkleinwoord |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
de dien v / m
- (Jiddisch-Hebreeuws) recht
- (Jiddisch-Hebreeuws) rechtsregel
- (Jiddisch-Hebreeuws) rechtszaak
- (Jiddisch-Hebreeuws) gerechtelijke uitspraak, vonnis
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord dien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
Middelnederlands
m | v | o | mv | |
---|---|---|---|---|
nominatief | die | die | dat | die |
genitief | des | der | des | der |
datief | dien | der | dien | dien |
accusatief | dien | die | dat | die |
Lidwoord
dien
- datief m, o en mv van het bepaald lidwoord
- accusatief m van het bepaald lidwoord: de
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.