dimlicht

Nederlands

Uitspraak

Geluid: dimlicht (hulp, bestand)

Woordafbreking

dim·licht

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van dim ww en licht

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dimlicht	dimlichten
verkleinwoord	dimlichtje	dimlichtjes

Zelfstandig naamwoord

het dimlicht o

(verkeer) de verlichting van een voertuig dat bedoeld is om de weg voor het voertuig te verlichten zonder dat daarbij de bestuurders in tegemoetkomende voertuigen te verblinden.
- Toen de tegenligger er aan kwam werd gauw overgeschakeld van grootlicht naar dimlicht om deze niet te verblinden.

Synoniemen

kruislicht

Verwante begrippen

grootlicht, stadslicht, mistlicht, dagrijlicht, remlicht, achterlicht

Vertalingen

1.

Duits: Abblendlicht ^(de) o
Engels: dim light ^(en)

Frans: feux de croisement ^(fr) m mv
Spaans: luz de cruce ^(es) v

Gangbaarheid

Het woord dimlicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dimlicht" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.^[1]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.