dinosauriër

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dinosauriër    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌdinoˈsʌʊriər/
Woordafbreking
  • di·no·sau·ri·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dinosauriër dinosauriërs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedinosauriërm

  1. (biologie) een lid van een uitgestorven groep van reptielen, waartoe de grootste landdieren behoren die ooit bestaan hebben
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dinosauriër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.