duiver

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duiver    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdœyvər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • dui·ver
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  duif zn  met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord duiver duivers
verkleinwoord duivertje duivertjes

Zelfstandig naamwoord

deduiverm

  1. (dierkunde) mannetje van de duif, Columbidae 
Synoniemen
Verwante begrippen
termen uit de ornithologie:

Gangbaarheid

  • Het woord duiver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
21 %van de Nederlanders;
37 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.