dons
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dons (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dons
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dons | |
verkleinwoord | donsje | donsjes |
Zelfstandig naamwoord
het dons o
- fijne veren die onder de taaiere buitenveren zitten, vaak gebruikt als vulstof voor kussens, dekbedden en slaapzakken
- lichte beharing van een jongeman
Verwante begrippen
- nesthaar, waas
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- donsdek, donsdeken, donsdicht, donsnachtschade, donsvlinder, donzig
Vertalingen
1. fijne veren die onder de taaiere buitenveren zitten, vaak gebruikt als vulstof voor kussens, dekbedden en slaapzakken
Zelfstandig naamwoord
de dons mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord don
Gangbaarheid
- Het woord dons staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dons" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "dons" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ dons op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.