dons

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dons    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dons
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘pluizig haar’ aangetroffen vanaf 1240 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord dons
verkleinwoord donsje donsjes

Zelfstandig naamwoord

hetdonso

  1. fijne veren die onder de taaiere buitenveren zitten, vaak gebruikt als vulstof voor kussens, dekbedden en slaapzakken
  2. lichte beharing van een jongeman
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

dedonsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord don

Gangbaarheid

  • Het woord dons staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.