doodsschrik

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doodsschrik    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdotsxrɪk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • doods·schrik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doodsschrik
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedoodsschrikm

  1. zeer heftige schrik
     Totdat ik een keer verzuimde in vervoering mijn ogen te sluiten, en recht in Tonio's gezichtje keek. Bij elke zwaai schuin opwaarts vervormden zijn gelaatstrekken zich tot een klein, mollig masker van angst, compleet met neergetrokken mondhoeken en wijd opengesperde ogen. Godweet hoe vaak hij van doodsschrik al zo'n smoeltje opgezet had, zonder dat ik erop lette.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord doodsschrik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Chris Klomp
    “School die AD en Telegraaf in de ban deed komt met excuses en rectificatie” (04-06-2019), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.