dozijn

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dozijn    (hulp, bestand)
  • IPA: /doˈzɛin/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • do·zijn
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘telwoord: twaalftal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1286 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord dozijn dozijnen
verkleinwoord dozijntje dozijntjes

Zelfstandig naamwoord

hetdozijno

  1. (eenheid) een set van twaalf
    • Hij heeft een dozijn fietsen thuis. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • gros (een dozijn dozijnen)
Uitdrukkingen en gezegden
  • Daarvan gaan er dertien in een dozijn
Dat is iets heel gewoons (en daardoor niet interessant)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dozijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.