dubbelloof

Nederlands

Uitspraak

Geluid: dubbelloof (hulp, bestand)

ˈdʏbəˌlof

Woordafbreking

dub·bel·loof

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van dubbel bn en loof zn ^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dubbelloof	dubbelloven
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het dubbelloof o

(varens) Blechnum spicant op vochtige, beschaduwde plaatsen groeiende varenplant met leerachtige, kale bladen van tweeërlei vorm

Hyperoniemen

dubbellooffamilie, varens, vaatplanten, landplanten, planten

Vertalingen

1.

Spaans: doradilla de bosque ^(es) v, lonchite ^(es)

Gangbaarheid

Het woord 'dubbelloof' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

[1] dubbelloof in het Nederlands Soortenregister N
[1] dubbelloof op Wikidata
[1] dubbelloof op "Wilde planten in Nederland en België" ♣

Verwijzingen

↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.