eenzaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eenzaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • een·zaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eenzaat eenzaten
verkleinwoord eenzaatje eenzaatjes

Zelfstandig naamwoord

deeenzaatm

  1. kluizenaar, heremiet
    • De angstige eenzaat leefde verscholen in het bos. 
  2. eenling
    • Hij is een echte eenzaat die het prettig vindt om alleen achter zijn computertje te werken. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eenzaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
32 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.