eierdooier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eierdooier    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ei·er·dooi·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eierdooier eierdooiers
verkleinwoord eierdooiertje eierdooiertjes

Zelfstandig naamwoord

deeierdooierm

  1. (voeding) gele binnenste van een ei
Synoniemen
Vertalingen
   1. zie: eidooier   

Gangbaarheid

  • Het woord eierdooier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.