eidooier

Nederlands

Uitspraak

Geluid: eidooier (hulp, bestand)

Woordafbreking

ei·dooi·er

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van ei en dooier

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	eidooier	eidooiers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de eidooier m

(voeding) het binnenste, gele deel, van een ei
- Voor de bereiding van veel gerechten moet je de eidooier van het eiwit scheiden.

Schrijfwijzen

eierdooier

Synoniemen

dooier, eierdooier, eigeel

Verwante begrippen

eiwit

Vertalingen

1. het binnenste, gele deel, van een ei

Duits: Eidotter ^(de) m, Eigelb ^(de) o
Engels: yolk ^(en), vitellus ^(en), (gastronomisch) yellow of the egg ^(en)
Noors: eggeplomme ^(no) g, plomme ^(no) g

Nynorsk: eggeplomme ⁽ⁿⁿ⁾ v, plomme ⁽ⁿⁿ⁾ v
Papiaments: dol di webu
Spaans: yema del huevo ^(es) v

Gangbaarheid

Het woord eidooier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eidooier" herkend door:

92 %	van de Nederlanders;
81 %	van de Vlamingen.^[1]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.