eigenbaat
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: eigenbaat (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ei·gen·baat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eigen en baat [1] [2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | eigenbaat | - |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de eigenbaat v / m
- het vooral of uitsluitend zoeken van eigen voordeel, egoïsme
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord eigenbaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eigenbaat" herkend door:
| 56 % | van de Nederlanders; |
| 71 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ eigenbaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.