eikentak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eikentak    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛikə(n)ˌtɑk/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ei·ken·tak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eikentak eikentakken
verkleinwoord eikentakje eikentakjes

Zelfstandig naamwoord

deeikentakm

  1. houtig deel van een loofboom uit het geslacht Quercus  dat bladeren verbindt met de stam; boomtak met eikenbladeren of eikels
     Er was een tekening bij van harige rupsen die in het gelid langs een dikke eikentak marcheerden.[2]
     Zo geraakte ik mijn gans kwijt
    en heeft een boer volkomen gelijk
    dat van de beker tot de lippen
    ons nog heel wat kan ontglippen.
    Ik hechtte daaraan geen geloof
    tot de gier naar mij toevloog,
    mijn prooi stal en de wijk nam
    en neerstreek op een eikentak.
    [3]
  2. (vlinders) Campaea honoraria  een nachtvlinder uit de familie van de spanners (Geometridae). De wetenschappelijke soortnaam is voor het eerst als Geometra honoraria geldig gepubliceerd door Michael Denis en Ignaz Schiffermüller in 1775
Schrijfwijzen
  • [1] eiketak (officiële spelling tot 1996)
Hyperoniemen
Holoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'eikentak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Henk van Halm
    “Op zoek naar processierupsen” (29 juni 1996) op trouw.nl
  3. Weblink bron
    Paul van Keymeulen (vert.)
    Reynaert en Primaat (branche XIII) in: Tiecelijn., =jrg. 16 nr. (2003), Vzw Tiecelijn-Reynaert / Marcel Ryssen, Sint-Niklaas, p. 188 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.