emissie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: emissie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- emis·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitgifte van obligaties e.d.’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | emissie | emissies |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de emissie v
- (economie) eerste uitgifte van effecten (obligaties, aandelen e.d)
- (natuurkunde) uitzending van kleine deeltjes of van licht of andere elektromagnetische straling
Synoniemen
- [1] primaire emissie, beursintroductie
- [2] uitstoot
Antoniemen
- [2] immissie
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord emissie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "emissie" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "emissie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.