effect

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  effect    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛˈfɛkt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ef·fect
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘uitwerking’ voor het eerst aangetroffen in 1456 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord effect effecten
verkleinwoord effectje effectjes

Zelfstandig naamwoord

heteffecto

  1. uitwerking, invloed, het gevolg van een handeling of gebeurtenis
    • Het is afwachten wat het effect zal zijn. 
    • De aanpassing bracht niet het gewenste effect. 
     Mijn conclusie was dat het kwartje twee kanten op kon vallen, met een negatief of een positief effect als gevolg. Ik hoopte en vertrouwde op het laatste.[3]
     "Het is dit jaar voor eerst dat we het effect zo duidelijk zien", zegt voorzitter Rachel Heijne van Kringloop Nederland. "We zien ook dat de kwaliteit van spullen gewoon echt slecht is. Het is kleding die na een paar keer wassen kapot gaat. Die kun je niet in de kringloop verkopen.[4]
  2. (economie), (financieel) een op de kapitaalmarkt verhandeld waardepapier, zoals een obligatie of een aandeel
    • De topman kreeg een boete voor het niet melden van handel in effecten van het bedrijf. 
  3. afwijking van een bal als gevolg van de draaiing om z'n eigen as
    • De aanvaller haalde met effect uit. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord effect staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "effect" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. effect op website: Etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  4. Weblink bron “Minder kleding bij de kringloop door slechte kwaliteit fast fashion” (15-10-2024), NOS
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  effect (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɪˈfɛkt/
  • SAMPA: /I"fEkt/
enkelvoud meervoud
effect effects

Zelfstandig naamwoord

effect

  1. effect
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.