eper

Baskisch

Zelfstandig naamwoord

eper onbezield

  1. (hoendervogels) patrijs
Verbuiging
onbezield zelfstandig naamwoord: eper
onbepaald enkelvoud meervoud
absolutiefepereperraeperrak
ergatiefeperrekeperrakeperrek
datiefeperrieperrarieperrei
genitiefeperreneperrareneperren
comitatiefeperrekineperrarekineperrekin
motivatiefeperrengatikeperrarengatikeperrengatik
benefactiefeperrentzateperrarentzateperrentzat
instrumentaliseperrezeperrazeperrez
inessiefeperretaneperraneperretan
locatiefeperretakoeperrekoeperretako
allatiefeperretaraeperreraeperretara
terminatiefeperretarainoeperrerainoeperretaraino
directiefeperretarantzeperrerantzeperretarantz
destinatiefeperretarakoeperrerakoeperretarako
ablatiefeperretatikeperretikeperretatik
partitiefeperrik
prolatiefepertzat

Hongaars

Zelfstandig naamwoord

eper

  1. (fruit) aardbei
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.