erfpacht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  erfpacht    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛrəfpɑxt/ (2 of 3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • erf·pacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord erfpacht erfpachten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deerfpachtv/m

  1. (juridisch) pacht waarvan de duur niet aan het leven van de pachter verbonden is en die op diens erfgenamen overgaat
Afgeleide begrippen
  • erfpachtscanon
  • erfpachtsherziening
  • erfpachtskwestie
  • erfpachtsonderhandelingen
  • erfpachtstelsel
  • erfpachtsvoorwaarden
  • erfpachtsvoorziening
  • erfpachttermijn
  • erfpachttijdvak
  • erfpachtvoorwaarden
  • erfpachtvoorziening
  • erfpachtzaak
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord erfpacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.