fabrieksrijder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fabrieksrijder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fa·brieks·rij·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fabriek zn en rijder zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fabrieksrijder | fabrieksrijders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de fabrieksrijder m
- motorrijder die een fabrieksmotorfiets tot zijn beschikking krijgt
- ▸ Het WK start pas op 8 april met de GP van Nederland in Valkenswaard. Roczen verdedigt zijn wereldtitel overigens niet. Hij zal als fabrieksrijder voor KTM alleen in de VS te bewonderen zijn.[1]
Gangbaarheid
- Het woord fabrieksrijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Motocrosser Roczen breekt arm” (Dinsdag 3 januari 2012, 10:26), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.