rijder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rijder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rij·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van rijden met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord rijder rijders
verkleinwoord rijdertje rijdertjes

Zelfstandig naamwoord

derijderm

  1. iemand die een rijdier of voertuig berijdt
    • Meer dan 40 procent van de zakelijke rijders overweegt serieus een elektrische auto die een bijtelling heeft van slechts tien procent. 
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord rijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.