fiskeforretning

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈfesgə.fʌˈʁadneŋ /
Woordafbreking
  • fis·ke·for·ret·ning
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 114853
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fiskeforretning     fiskeforretningen     fiskeforretninger     fiskeforretningerne  
genitief   fiskeforretnings     fiskeforretningens     fiskeforretningers     fiskeforretningernes  

Zelfstandig naamwoord

fiskeforretning, g

  1. (handel) viswinkel, viszaak
    «Vi gik ind i fiskeforretningen i torvehallen og købte to krebs hver.»
    We gingen naar de viswinkel op het marktplein en kochten elk twee rivierkreeften.
Synoniemen
  •  fiskebutik zn 
  •  fiskehandel zn 
  •  fiskehus zn 
Hyperoniemen
  •  fiskehandel zn 
Verwante begrippen
  •  fiskebil zn 
  •  fisketorv zn 
  •  fiskevogn zn 

Verwijzingen

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / 'fiskə.fɔˈɾetnɪŋ /
    Woordafbreking
    • fiske·for·ret·ning
    Woordherkomst en -opbouw
    Naar frequentie zeldzaam
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   fiskeforretning     m: fiskeforretningen
    v: fiskeforretninga  
      fiskeforretninger     fiskeforretningene  
    genitief   fiskeforretnings     m: fiskeforretningens
    v: fiskeforretningas  
      fiskeforretningers     fiskeforretningenes  

    Zelfstandig naamwoord

    fiskeforretning, m / v

    1. (handel) viswinkel, viszaak
      «På slutten av 1970-tallet var det rundt 60 fiskeforretninger i Oslo.»
      Eind jaren 70 waren er in Oslo ongeveer 60 viswinkels.
    Synoniemen
    •  fiskebutikk zn 
    •  fiskehandel zn 
    Hyperoniemen
    •  fiskehandel zn 
    Verwante begrippen
    •  fiskebil zn 
    •  fiskehall zn 
    •  fisketorg zn 

    Nynorsk

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / 'fiskə.fɔˈɾetnɪŋ /
    Woordafbreking
    • fiske·for·ret·ning
    Woordherkomst en -opbouw
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   fiskeforretning     fiskeforretninga     fiskeforretningar     fiskeforretningane  

    Zelfstandig naamwoord

    fiskeforretning, v

    1. (handel) viswinkel, viszaak
      « I 1930 etablerte bestefaren ein kjøt- og fiskeforretning i Førde.»
      In 1930 richtte zijn grootvader een vlees- en viszaak op in Førde.
    Synoniemen
    •  fiskebutikk zn 
    •  fiskehandel zn 
    Hyperoniemen
    •  fiskehandel zn 
    Verwante begrippen
    •  fiskebil zn 
    •  fiskehall zn 
    •  fisketorg zn 
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.