fixace

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /fɪksatsɛ/
Woordafbreking
  • fi·xa·ce
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het werkwoord fixovat met het achtervoegsel -ace

Zelfstandig naamwoord

fixace v

  1. fixatie; het fixeren, het vastzetten, het vasthechten
  2. (psychologie) fixatie; overmatig sterke binding aan een vroegere fase van de ontwikkeling (een bepaalde ervaring of persoon)
Verbuiging
Synoniemen
  1. fixáž, fixování o, upevnění o, znehybnění o
Afgeleide begrippen
  • fixační
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.