fysicus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fysicus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fy·si·cus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fysicus fysici
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

defysicusm

  1. (beroep) wetenschapper die de fysica of natuurkunde beoefent.
    • Zijn grootste succes kende de LHC in 2012, toen fysici in de versneller het langgezochte higgsdeeltje ontdekten. Dat deeltje wordt breed beschouwd als het laatste ontbrekende puzzelstukje van het zogeheten standaardmodel, de natuurkundetheorie die alle deeltjes en hun gedrag in een enkele wiskundige formule giet. [1] 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fysicus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.