natuurkundige

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  natuurkundige    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·tuur·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuurkundige natuurkundigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

denatuurkundigem

  1. (beroep) wetenschapper die de natuurkunde of fysica beoefent
     Zelfs mensen die zich religieus noemen, verlaten zich op hoogopgeleide natuurkundigen en kankerspecialisten.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

natuurkundige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van natuurkundig

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord natuurkundige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2022), Atlas Contact , ISBN 9789045045979
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.