garant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  garant    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ga·rant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord garant garanten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

degarantm

  1. borg, waarborg
  2. borgsteller
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord garant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.