geklauter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geklauter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·klau·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geklauter | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het geklauter o
- het voortdurend met handen en voeten klimmen
Synoniemen
- klimpartij, klauter, klauterpartij,, klim
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord geklauter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geklauter" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf SANDRA SCHUURHOF 11 jan. 2014
- ↑ Volkskrant 8 mei 2013,
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.