generiek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  generiek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·ne·riek
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van genus met het achtervoegsel -iek
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen generiekgeneriekergeneriekst
verbogen generiekegeneriekeregeneriekste
partitief generieksgeneriekers-

Bijvoeglijk naamwoord

generiek [1]

  1. (farmacologie) (geneesmiddel) waarvan het patent is verlopen en dat zonder merknaam op de markt wordt gebracht.
  2. algemeen, niet specifiek
  3. (biologie) behorend tot of gerelateerd aan een geslacht
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord generiek generieken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degeneriekv

  1. (Vlaams) de namenlijst aan het begin of eind van een film of televisieprogramma; begintitels / aftiteling [2]
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord generiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.