genius

Niet te verwarren met: génius

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  genius    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·ni·us
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘beschermgeest’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1597 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord genius genii
geniën
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

degeniusm

  1. beschermgeest
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord genius staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: gɛnɪjʊs/
Woordafbreking
  • gé·nius
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn

Zelfstandig naamwoord

genius mbezield

  1. (verouderd)(mythologie) genius; beschermgeest
  2. (verouderd) genialiteit; de zeer grote intelligentie van iemand
  3. (verouderd) genie; iemand die buitengewoon slim is of die ergens uitzonderlijk goed in is
Verbuiging


Schrijfwijzen
Synoniemen
  1. genialita v, geniálnost v
Antoniemen
  1. idiot mbezield, blbec mbezield, magor mbezield
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.