geschil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geschil    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·schil
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘onenigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1200 [1]
  • Naamwoord van handeling van schelen (verschillen, onderscheiden) met het voorvoegsel ge- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord geschil geschillen
verkleinwoord geschilletje geschilletjes

Zelfstandig naamwoord

hetgeschilo [3]

  1. geweldloos conflict, vaak politiek of diplomatiek met juridische aspecten.
    • Het geschil tussen België en Nederland inzake de IJzeren Rijn is vooralsnog niet beslecht. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord geschil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.