geweldpleger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geweldpleger (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·weld·ple·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geweld zn en pleger zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geweldpleger | geweldplegers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de geweldpleger m
- misdadiger die iemand met opzet verwondt of doodt
Hyponiemen
- kopschopper, aanrander, moordenaar, overvaller, relschopper, terrorist
Gangbaarheid
- Het woord geweldpleger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Koningslied of selfie Woord 2013?” (26-11-2013), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.