graskers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  graskers    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gras·kers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord graskers graskersen
verkleinwoord graskersje graskersjes

Zelfstandig naamwoord

degraskersv/m

  1. (bloemplanten) Lepidium graminifolium  plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae ). De soort staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als zeer zeldzaam en stabiel of iets toegenomen. Het is een tweeslachtige vaste plant die voornamelijk voorkomt in Zuid-Europa
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'graskers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.