grijnslach

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grijnslach    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • grijns·lach
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grijnslach grijnslachen
verkleinwoord grijnslachje grijnslachjes

Zelfstandig naamwoord

degrijnslachm

  1. een pijnlijke, hatelijke, satirische vertrekking van het gelaat die doet denken aan een glimlach
    • Een bescheiden sprongetje, een grijnslachje. Jan Smeekens bedankt het publiek en denkt: fuck. Fuckfuckfuck. [2] 
    • Kuzu heeft welbewust zijn eer te grabbel gegooid, hij zou zich moeten schamen. Maar doet dat niet. Hij geniet juist van zijn schaamteloosheid; zijn grijnslach bij elke zin die hij uitspreekt, is die van een slager die graag het rund uitbeent als het nog leeft. [3] 
    • Langzaam worden de lachuitingen extremer, met wijd opengesperde monden, voor- of achteroverbuigende torso’s en grijnslachen die het gelaat tot angstaanjagende maskers vervormen. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
grijnslachen

grijnslach

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijnslachen
    • Ik grijnslach. 
  2. gebiedende wijs van grijnslachen
    • Grijnslach! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijnslachen
    • Grijnslach je? 

Gangbaarheid

  • Het woord grijnslach staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.