gun

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gun    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gun

Werkwoord

vervoeging van
gunnen

gun

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gunnen
    • Ik gun. 
  2. gebiedende wijs van gunnen
    • Gun! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gunnen
    • Gun je? 

Gangbaarheid

  • Het woord gun staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  gun (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /gʌn/
enkelvoud meervoud
gun guns

Zelfstandig naamwoord

gun

  1. geweer, pistool, vuurwapen

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

gun m

  1. (spreektaal) pistool, revolver
    «T’es trop jeune mon gars, pose ton gun
    Je bent te jong beste kerel, leg je pistool neer. [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.