haartooi

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  haartooi    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • haar·tooi
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haartooi haartooien
verkleinwoord haartooitje haartooitjes

Zelfstandig naamwoord

dehaartooim

  1. het haar van een persoon, de sierlijke haardracht van iemand
    • Ook is de modern ogende, roodharige bruid al een voorbeeld voor vele Marokkaanse vrouwen die de bazaars afstruinen naar henna om hun haarkleur een extra dimensie te geven. Zodat ze kunnen wedijveren met de uitzonderlijk lange haartooi van de nieuwste koninklijke aanwinst.[2] 
    • Monique vertelt dat Anne Marie nog had aangeboden workshops te geven in het maken van haartooien, in Het Adamas Inloophuis, voor iedereen die met kanker te maken krijgt.[3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord haartooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.