hardloper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hardloper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hard·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hardloper hardlopers
verkleinwoord hardlopertje hardlopertjes

Zelfstandig naamwoord

dehardloperm

  1. een mannelijke beoefenaar van de hardloopsport
    • Deze hardloper wist de zilveren medaille te behalen. 
    • En toen hoefde hij zich niet meer zoveel bezig te houden met hardlopen. Als hardloper had hij niet veel in te brengen, al behoorde hij echt niet tot de slechtsten, die altijd werden gepest. 
  2. (reptielen) Coluber constrictor  een niet-giftige slang uit de familie toornslangachtigen en de onderfamilie Colubrinae 
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • 10km-hardloper
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

Hardlopers zijn doodlopers.

  • Wie te snel begint, heeft een grote kans dat hij het niet tot het einde toe kan volhouden.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hardloper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.