hazelhoen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hazelhoen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ha·zel·hoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hazelhoen hazelhoenderen
hazelhoenen
hazelhoenders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hethazelhoeno

  1. (hoendervogels) Tetrastes bonasia  grijsbruine hoendervogel uit de onderfamilie der ruigpoothoenders (Tetraoninae)
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hazelhoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
43 %van de Nederlanders;
34 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.