bestuur

Uitspraak

• Geluid:  bestuur    (hulp, bestand)
• IPA: / bəˈstyr / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• be·stuur

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van stuur (stam van het werkwoord sturen) met het voorvoegsel be- ^[1]

Zelfstandig naamwoord

het bestuur o

1. (organisatiekunde) manier waarop een organisatie wordt geleid

   • Het bestuur van onze vereniging is van zeer goede kwaliteit. 

2. (organisatiekunde) groep van mensen die gezamenlijk de leiding hebben over een bedrijf of ander soort organisatie

   • Het bestuur had 7 leden. 

   ▸ Ze begonnen het protest nadat een in januari in het leven geroepen onderzoekscommissie had gefaald en ze naar de rechtbank moesten stappen om de politie te dwingen kun klachten te registreren. Dat is nu gebeurd, en het bestuur van de worstelbond heeft plaatsgemaakt voor een interimbestuur. Maar de worstelaars willen meer: de arrestatie van het voormalig hoofd van de WFI, Brij Bhushan Sharan Singh, die ook parlementslid is voor premier Narendra Modi's partij BJP.^[2]

Werkwoord

bestuur

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besturen
   

   • Ik bestuur. 

2. gebiedende wijs van besturen
   

   • Bestuur! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besturen
   

   • Bestuur je? 

Gangbaarheid

• Het woord bestuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bestuur" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen