hefwiel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hefwiel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɛfwil/
Woordafbreking
  • hef·wiel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hefwiel hefwielen
verkleinwoord hefwieltje hefwieltjes

Zelfstandig naamwoord

hethefwielo

  1. (bouwkunde) onderdeel van een beweegbare brug
    • En het ding kan ook dit seizoen nog niet open, omdat het nieuwe hefwiel uit China volgens de gemeente onveilig is en de brug naar beneden kan klappen. [1]
  2. combinatie van roller en hefboom, gebruikt om zware voorwerpen te verplaatsen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'hefwiel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.